West-Nijlvirus 06/09/2013 1 min

West-Nijlvirus
West-Nijlvirus (WNV) komt vooral voor in landen als Zuid-Afrika, Israël (het Midden-Oosten), India en de Verenigde Staten. Het werd (voorlopig) nog nooit gesignaleerd in België. Men vermoedt dat wilde vogels WNV verspreiden tijdens hun migraties en het virus door muggenbeten wordt overgedragen op mensen en zoogdieren. In gebieden waar het virus voorkomt is minder dan 1% van de muggen drager. Bovendien leidt een steek van een geïnfecteerde mug in minder dan 1% van de steken tot ernstige symptomen. Paarden en mensen zouden zogenaamde eindgastheren zijn. Dit betekent dat de ziekte niet van paard op paard of van paard op mens overgedragen zou kunnen worden. Tests hebben ook uitgewezen dat schapen, kippen, koeien, varkens, honden en katten besmet kunnen worden, maar er zijn nooit ziektegevallen vastgesteld.

Naar schatting worden 20% van de besmette mensen effectief ziek. Meestal veroorzaakt de besmetting slechts beperkte symptomen zoals koorts, hoofdpijn, overgevoeligheid en opgezette lymfeklieren. Na enkele dagen verdwijnen deze spontaan zonder blijvende gevolgen. In een beperkt aantal gevallen kan het echter leiden tot een hersen- of hersenvliesontsteking. Meestal gaat het hier om mensen met een verzwakt afweersysteem. Besmette paarden kunnen (mogelijk permanente) neurologische afwijkingen vertonen en sterven.

De incubatietijd bij paarden bedraagt 5 tot 15 dagen. Er bestaat geen geneesmiddel voor WNV maar er zijn wel degelijk vaccins op de markt om paarden tegen een besmetting te beschermen.

Raadpleeg uw (dieren)arts voor meer informatie.